Egel liep terug naar haar holletje. Hè, hè, eindelijk vakantie. Ze had zo hard gewerkt de afgelopen maanden, ze ging nu genieten van haar welverdiende rust. Ze slaakte een zucht en ging zitten in haar stoel. Ze hoefde nu helemaal niets meer.

Na een paar minuten merkte ze op dat ze met haar voet aan het wiebelen was en dat haar stekels recht omhoog stonden. Ook waren er allerlei gedachten over wat ze al had gedaan en wat ze nog zou gaan doen, en waren haar oren gespitst op of ze Duif aan hoorde komen met het Nieuws van de Dag. Ze sprak zichzelf streng toe: Ontspan! Je hebt vakantie! Ze zuchtte nog een keer diep.

Weer een paar minuten later hoorde ze een geluidje achter haar. Ze schrok op en draaide zich abrupt om. Het was Rups die even langskwam om te kijken hoe het met haar ging. Egel was blij om Rups te zien en ze vertelde hem honderduit over de afgelopen drukke periode en dat ze nu vakantie had. Heb je nu vakantie? Egel knikte. En wat doe je tijdens je vakantie, vroeg Rups. Niets dus, lekker ontspannen, antwoordde Egel.

Rups keek Egel wat meewarig aan, niets? Hoe ziet dat er dan uit? Nu keek Egel wat meewarig naar Rups, hoezo? Weet je niet wat ontspannen is? Dat betekent helemaal niets doen. Het is heel eenvoudig zei Egel, je staat op, ontbijt, gaat in het zonnetje zitten, lunchen, dutje doen, buiten zitten, avondeten, wandelingetje en dan weer naar bed. Je doet dus de hele dag niets! Heerlijk hoor, die rust!

Nou, zei Rups, je ziet er anders helemaal niet zo ontspannen uit. Egel keek geïrriteerd op, hoezo? Rups zei niets en keek alleen maar naar Egel. Het was even stil tussen de twee vrienden, toen slaakte Egel een diepe zucht en zei, je hebt gelijk! Ik voel me helemáál niet rustig en ontspannen kan ik ook al niet. Mijn hoofd tettert maar door, ik zoek de hele tijd afleiding en mijn stekels staan onder hoogspanning.

Misschien, zei Rups, doe je wat teveel je best om niets te doen. Egel zweeg en zakte verder achterover in haar stoel. Maar hoe moest ze dan ontspannen? Ze wist het niet. Rups keek nog eens goed naar Egel. Wat als je nou eens een paar keer goed door ademt zei Rups. Egel deed wat Rups zei. En als je al die gedachten nu eens als wolkjes voorbij laat gaan en er verder geen aandacht aan schenkt. En als je dan nu eens om je heen kijkt, ruikt, luistert, voelt….

Egel zag de bijen van bloem naar bloem vliegen, ze hoorde de blaadjes van de beukenboom naast haar keukenraam ruisen in de wind, ze rook de geur van versgemaaid gras en voelde de avondzon op haar huid. Ze zuchtte. Haar stekels ontspanden en ze voelde haar ogen zwaar worden. Toen Rups even later naar Egel keek, zag ze dat Egel in een lichte slaap was weggedommeld en een ontspannen glimlach op haar mond had. Heel zachtjes, om Egel niet wakker te maken, kroop Rups weer naar huis. Haar werk zat er hier op en ze had nu zelf nog een hele klus te klaren voordat ook zij ontspannen kon rondfladderen.